Schietsport tijdens de zwangerschap
Toen ik jaren geleden nog als bondsarts bij de KNSA (Koninklijke Nederlandse Schietsport Bond) werkte, kreeg ik eens de vraag van een Politiekorps: ‘tot welke zwangerschapsduur is het veilig voor politievrouwen om hun schiettrainingen te doen en op basis daarvan tijdens de dienst eventueel het wapen te trekken?’
Om een goed antwoord te kunnen formuleren ben ik de literatuur ingedoken en heb ik een concept antwoord afgestemd met de NVOG (Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie). Vervolgens is de vraag van de Politie beantwoord en heb ik i.s.m. de KNSA de informatie herschreven voor een artikel in Schietsport, het bondstijdschrift. Dit artikel voor Sportzorg is een in 2023 herziene versie.
Om te kunnen beoordelen of schietsport nadelige gevolgen kan hebben voor de zwangere vrouw en haar toekomstig kind, volgt allereerst een uiterst kort en beknopt overzicht van de groei en ontwikkeling die bij beide plaatsvinden tijdens een zwangerschap.
De aanstaande moeder
Bij de aanstaande moeder kunnen we grofweg de volgende veranderingen zien optreden. De baarmoeder groeit fors, het hartminuutvolume (de hoeveelheid bloed die het hart per minuut rondpompt), bloedvolume en samenstelling veranderen. Houdingsveranderingen kunnen de bloedsomloop beïnvloeden. De totale longcapaciteit vermindert iets. Het lichaamszwaartepunt komt meer naar voren te liggen; houding en beweging veranderen. Aan het eind van de zwangerschap worden de ligamentaire structuren in het hele lichaam beweeglijker, de buikspieren worden minder functioneel, en dus kan de stabiliteit bij staan en lopen verminderen.
Bij het beoefenen van schietsport zal de groeiende buik op den duur de beperkende factor worden bij de liggende en knielende houding. Staand schieten zal makkelijker uitvoerbaar blijven, hoewel lang staan wordt afgeraden na de 24e week. Wat echter ‘lang staan’ is, zal voor iedere zwangere verschillend zijn. Tussen de schoten door zijn er ook pauzes mogelijk, zeker bij trainingen. De voor trap en skeet benodigde draaibewegingen zullen niet schadelijk zijn, omdat ze binnen de marges vallen die we ook in het dagelijks leven tegenkomen. Wel kan door het toegenomen gewicht, en de verminderde stabiliteit rond het bekken er toch zodanig wat veranderen in de automatiek van de beweging dat het schieten minder prettig wordt. Ook dit zal voor iedere zwangere verschillend zijn.
Kwestie dus van zo fit mogelijk zijn voorafgaand aan een zwangerschap, dan blijft er ook veel mogelijk tijdens de periode van de zwangerschap.
De ongeboren baby
Na de bevruchting ontstaat een klompje cellen, wat allereerst een embryo gaat vormen. In de embryonale fase worden de organen gevormd. Vanaf ongeveer week 8 begint het vestibulaire systeem zich te ontwikkelen. Het vestibulaire systeem bestaat uit de evenwichtsorganen (om hoofd- en lichaamsbeweging te registreren) en de gehoororganen. Daarna (vanaf de negende week) vindt er een snelle groei en verdere rijping plaats.
Vanaf ongeveer week 16 gaat de foetus reageren op geluid. Het gehoor is vanaf ongeveer de 24e week uitgerijpt. De hoordrempel (de intensiteit ofwel luidheid waarboven iemand geluid waarneemt) ligt bij 27-29 weken zwangerschapsduur op ongeveer 40dB en neemt af naar een bijna volwassen niveau van 13,5 dB bij 42 weken zwangerschapsduur.
Dus: vanaf een week of 16 kan een foetus hardere geluiden waarnemen. In de periode van 27 – 29 weken zwangerschap zijn dat geluiden van ongeveer 40dB. Een luidheid van 40dB is het geluid dat wordt geproduceerd door een gemiddelde koelkast en een rustig gesprek tussen mensen. Aan het eind van de zwangerschap kunnen zachtere geluiden van ongeveer 13,5 dB worden waargenomen, de geluiden van ademhaling e.d.
Geluid en gehoor tijdens de zwangerschap
Natuurlijk willen we tijdens een zwangerschap zoveel mogelijk eventueel schadelijke invloeden vermijden en zorgen voor een zo goed mogelijk gezondheid en herstelvermogen voor moeder en kind. Risicofactoren die een ongestoorde ontwikkeling van het toekomstig kind kunnen bedreigen, zijn onder te verdelen in chemische, fysische en biologische factoren.
Elke periode van blootstelling aan lawaai (een fysische factor), ongeacht in welke leeftijdsfase, kan slechthorendheid tot gevolg hebben. Gezien de consequenties van gehoorschade bij jonge kinderen (gestoorde spraak- en taalontwikkeling, sociale handicap), is dit iets om terdege rekening mee te houden. Onbekend is echter in welke trimester de foetus het meest ontvankelijk is voor geluidsschade aan het gehoor.
De luidheid van geluid wordt gemeten in decibel (dB), de toonhoogte is afhankelijk van de frequentie van geluid; lage tonen bestaan uit lage frequenties, hoge tonen uit hoge frequenties. In de baarmoeder is de foetus blootgesteld aan achtergrondgeluid met een intensiteit van 72 tot 95 dB. Lage frequenties, onder de 500 Hz, overheersen. Geluid van buiten de baarmoeder wordt bij toenemende frequenties gereduceerd gemeten in de baarmoeder, en komt dus enigszins gedempt over. De hoge tonen worden dus meer gedempt dan de lage tonen. Het karakter van b.v. muziek verandert echter niet. Maar bij welke luidheid van geluiden er sprake is van lawaai is niet goed bekend.
Lawaai kan behalve als veroorzaker van slechthorendheid ook als stressfactor worden gezien en de ontwikkeling van de foetus beïnvloeden.
Geluiden van schietsport en (gehoor)schade, in relatie tot zwangerschap
Bij schieten worden knallen geproduceerd tot zeker 180 dB bij groot kaliber wapens. Aangezien het oor voor verschillende frequenties wisselend gevoelig is, en er geen duidelijke grens te trekken is waarboven schade zal ontstaan, is het advies om lawaai te vermijden en gehoorbescherming te dragen bij schieten met alle wapens die gebruik maken van kruit. Schieten met luchtdrukwapens kan eventueel zonder gehoorbescherming.
Blootstelling aan lawaai is naast slechthorendheid ook geassocieerd met: miskramen, intrauteriene groei retardatie (achterblijven van de groei in de baarmoeder), een lager geboortegewicht, prematuriteit (geboren worden bij een zwangerschapsduur van <37 weken), een verhoogde immuunrespons in de foetus (het afweersysteem reageert sneller op verstoringen) en hypertensie (hoge bloeddruk bij de moeder) gedurende de zwangerschap. Één van de mogelijke verklaringen voor deze associaties kan zijn dat blootstelling aan lawaai zorgt voor een verhoogde arousal en sympatische activiteit.
In de Engelstalige literatuur wordt aanbevolen dat zwangere vrouwen constante geluidsniveau’s van boven de 115 dB en impuls geluiden boven de 155 dB zouden moeten vermijden. In de schietsport betekent dit het vermijden van het schieten met of blootstaan aan het geluid van wapens met grotere kalibers dan .22 (klein kaliber wapens).
In de meeste Europese landen zijn er ARBO en/of gezondheids-regelingen, waarin het zwangeren wordt verboden om te werken in een omgeving met snelle geluidsimpuls veranderingen groter dan 40 dB. Dit is veel minder dan bij het gebruik van vuurwapens. De geluidsniveau’s van vuurwapens zijn ongeveer 125-140 dB voor randvuur munitie in geweren, 140 – 150 dB in pistolen; en 150-160 dB voor centre fire geweren, pistolen en hagelgeweren.
Chemische risicofactoren: lood, kruit en andere zware metalen….
De op de schietbanen gemeten concentraties van lood, kruit en zware metalen in de lucht leveren geen gevaar op voor de gezondheid, mits de ventilatie van de banen goed is en de handen na het schieten worden gewassen.
Er is overtuigend veel bewijs uit onderzoek dat lood toxisch is voor onder meer de foetus. Lood wordt via de moeder overgedragen op de foetus. Blootstelling aan lood is geassocieerd met: een lager geboortegewicht, een kleinere hoofdomtrek, miskramen, prematuriteit (te vroeg geboren worden), pre-eclampsie (zwangerschaps vergiftiging bij de moeder, een mogelijk levensbedreigende aandoening voor moeder en kind) en gedragseffecten op kinderen.
Giftigheid van andere chemische stoffen en andere zware metalen dan lood: het schieten en schoonmaken van een vuurwapen stelt mensen bloot aan chemische stoffen, inclusief oplosmiddelen en zware metalen als barium, antimoon, koper en arsenicum. Het is niet duidelijk of deze stoffen, in de heel kleine hoeveelheden waarin blootstelling gebeurt, veilig of gevaarlijk zijn voor de foetus; tijdens of na een schietbeurt. Advies is (zwanger of niet) dat het voor iedereen veiliger is om al het vuurwapen gebruik in een goed geventileerde ruimte of buiten te doen.
Biologische factoren: lang staan, extreme inspanning en hitte
Ook biologische factoren kunnen risico opleveren voor moeder en kind. Lang staan heeft effect op de doorbloeding ( m.n. de aanvoer naar het hart toe is wat verminderd) en het houdings- en bewegingsapparaat. Rug- en bekkenpijn zijn bekende voorbeelden. Door extreme inspanning kan er op den duur een verminderde doorbloeding van de baarmoeder en moederkoek plaatsvinden. Echter, schietsport behoort niet tot de sporten met extreme inspanningen. Hittetolerantie is verminderd tijdens de zwangerschap. Dat sporten op zich, ook de zwaardere (tot maximaal niveau) kortdurende inspanning, geen extra risico oplevert is voldoende onderzocht bij gezonde zwangeren.
Aanbevelingen
Zwangeren kunnen blijven schieten, rekening houden met de verschillende aspecten van de schietsport, hun veranderende lichaam en de groei van hun toekomstig kind. Voor dit artikel wordt uitgegaan van een normaal verlopende zwangerschap, waarbij er sprake kan zijn van individuele verschillen.
Houding en beweging
Afhankelijk van de gezondheid van de zwangere en het verloop van de zwangerschap kunnen m.n. hitte, niet meer passende schietkleding, het lange staan en tillen van de uitrusting voor problemen bij de zwangere zorgen. Meer pauzes tussen het schieten door, het tillen aan anderen overlaten, eventueel gebruik van een geweersteun zijn voorbeelden van oplossingen voor deze beperkingen. Bij de onderdelen skeet en trap zou een stoeltje, om tussendoor te kunnen gaan zitten een hulpmiddel kunnen zijn.
Dus: doen wat kan, maar zeker blijven sporten en bewegen!
Gehoor en risico op lawaaislechthorendheid bij moeder en kind
Op basis van onderzoek, wordt aangeraden om vanaf een zwangerschapsduur van 16 weken, bij voorkeur met klein kaliber wapens, liefst alleen met luchtdrukwapens te schieten. Het is mogelijk om d.m.v. dikke kleding over de buik ook een geluiddempend effect te creëren. Hoeveel dit dempt is niet duidelijk. Klein kaliber wapens produceren geluiden met een intensiteit tot 140 dB en zouden daarmee net binnen de veilige marge vallen. Toch lijkt het verstandig ook deze wapens tijdelijk in de kast te houden (en de politie daarover te informeren i.v.m. de handhaving van de Wet Wapens en Munitie). Mede omdat het oor voor verschillende frequenties wisselend gevoelig is en een duidelijke grens waarboven schade optreedt, niet goed vast te stellen is.
Lood, kruit en andere zware metalen
Voor iedereen geldt: zorg dat de schietbaan buiten is, of goed geventileerd (staan ventilatie- en afzuigsystemen ingeschakeld als u gaat schieten???) en was de handen goed (3 x, met zeep en koud water) na het schieten! Banen niet vegen, maar hulzen rapen. In plaats van vegen van de schietbanen wordt wel aangeraden de bij voorkeur verharde vloeren van schietbanen schoon te maken m.b.v. speciale explosievrije stofzuigers.
Eten en drinken: na het handen wassen!
Liever niet direct na het schieten. Er wordt wel geadviseerd om een uur te wachten. Op de baan water drinken: liever niet en eventueel uit een fles, waarvan het mondstuk is beschermd met een extra dop.
Voor zwangeren extra: eigen wapen niet schoonmaken, om de blootstelling aan chemicaliën te minimaliseren. Eventueel een mond-neuskapje gebruiken (vangt een groot deel van de kleine stofdeeltjes op). Loodvrije of mantelmunitie gebruiken, en minder frequent en/of minder schoten per keer schieten. Roken is iets wat natuurlijk al ruim voor de zwangerschap gestopt dient te zijn (90% van de zwangerschappen in Nederland is gepland!).
Wat betreft de blootstelling aan lood, kruit en zware metalen (chemische factoren die schade zouden kunnen veroorzaken bij de foetus) is er door op bovenstaande manier te handelen een laag risico.
Conclusie
zwangeren kunnen, zij het met enige voorzorgsmaatregelen, de schietsport goed blijven beoefenen. Bij vragen of problemen op dit gebied is individuele begeleiding, gezien de grote individuele verschillen tussen zwangeren het meest zinvol. Belangrijk is daarbij dat niet direct het schieten wordt verboden, maar dat bekeken wordt hoe lang de zwangere sportschutster met plezier haar sport kan blijven beoefenen.
Ria van Rooijen
Ria van Rooijen heeft als sportarts o.a. gewerkt bij KNVB, Defensie, de Utrecht marathon, Europese Kampioenschappen luchtdrukwapens. Vanuit het werk als bondsarts KNSA is zij
Schietsport tijdens de zwangerschap
Toen ik jaren geleden nog als bondsarts bij de KNSA (Koninklijke Nederlandse Schietsport Bond) werkte, kreeg ik eens de vraag van een Politiekorps: ‘tot welke